Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 106:38-47 BasisBijbel (BB)

38. Aan de goden van Kanaänofferden ze het bloed van onschuldige mensen:het bloed van hun eigen zonen en dochters.Daardoor bedierven ze het land.

39. Ook waren ze zelf bedorven door de dingen die ze deden.Ze waren ontrouw aan U.

40. Daarom werd U woedend op uw volk.U walgde van hen.

41. U gaf hen in de macht van andere volken.Hun vijanden heersten over hen.

42. Hun vijanden waren wreed voor hen.Ze moesten veel lijden.

43. Heel vaak heeft U hen gered.Maar steeds opnieuw waren ze U ongehoorzaam.Ze zakten steeds dieper weg in hun eigen slechtheid.

44. Maar als U hun moeilijkheden zag,als U hun gekreun hoorde,

45. dan dacht U weer aan het verbond dat U met hen had gesloten.Dan had U weer medelijden met hen,omdat U goed en liefdevol bent.

46. Daarom zorgde U ervoordat de mensen die hen gevangen hielden hen weer vrij lieten.

47. Heer God, red ons!Breng ons weer terug naar ons land.Dan zullen we U prijzen.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 106