66. Op de tiende dag bracht de leider van de stam van Dan zijn geschenk. Dat was Ahiëzer, de zoon van Ammisaddai.
67. Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels [ (1½ kilo) ] woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels [ (770 gram) ] woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer.
68. Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels [ (110 gram) ] woog, gevuld met wierook.
69. Ook één jonge stier, één mannetjes-geit en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer.
70. Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer.
71. Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Ahiëzer, de zoon van Ammisaddai.