Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 35:16-22 BasisBijbel (BB)

16. Maar als iemand een ander met een ijzeren voorwerp zó hard heeft geslagen dat die ander sterft, heeft hij expres gedood. Hij is een moordenaar. Hij moet gedood worden.

17. En als iemand een ander met een steen zo hard heeft geslagen dat die ander sterft, heeft hij expres gedood. Hij is een moordenaar. Hij moet gedood worden.

18. En als iemand een ander met een houten voorwerp zo hard heeft geslagen dat die ander sterft, heeft hij expres gedood. Hij is een moordenaar. Hij moet gedood worden.

19. De man die wraak neemt voor de dood van de vermoorde man, moet zelf de dader doden wanneer hij hem vindt.

20. De dader moet ook gedood worden als hij een ander heeft neergestoken omdat hij hem haatte. Of als hij expres iets naar hem heeft gegooid zodat hij stierf.

21. Of als hij hem uit haat zó hard met zijn hand heeft geslagen dat hij stierf. De dader moet gedood worden, want hij heeft het expres gedaan. Hij is een moordenaar. De man die wraak neemt voor de dood van de vermoorde man, moet de dader doden wanneer hij hem vindt.

22. Maar stel dat iemand per ongeluk een ander heeft gestoten of iets naar hem toegegooid heeft, zonder dat hij hem haatte.

Lees verder hoofdstuk Numeri 35