41. Ze vertrokken van de berg Hor en zetten hun tentenkamp op bij Zalmona.
42. Van Zalmona gingen ze naar Funon.
43. Van Funon gingen ze naar Obot.
44. Van Obot kwamen ze bij de heuvels van Abarim in het gebied van Moab.
45. Ze vertrokken van de heuvels van Abarim en zetten hun tentenkamp op bij Dibon-Gad.
46. Van Dibon-Gad gingen ze naar Almon-Diblataïm.
47. Van Almon-Diblataïm gingen ze naar de Abarim-bergen, bij Nebo.
48. Van de Abarim-bergen trokken ze naar de vlakte van Moab langs de Jordaan, tot bij Jericho.