Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 33:36-47 BasisBijbel (BB)

36. Van Ezeon-Geber kwamen ze in de Zin-woestijn, dat is Kades.

37. Van Kades gingen ze naar de berg Hor, aan de grens van het land Edom.

38. Daar beklom de priester Aäron de berg Hor omdat de Heer hem dat bevolen had. En daar stierf hij. Dat was in het 40ste jaar na het vertrek van de Israëlieten uit Egypte, op de eerste dag van de vijfde maand.

39. Aäron was 123 jaar toen hij op de berg Hor stierf.

40. Toen hoorde koning Harad, die in het Zuiderland in Kanaän woonde, dat de Israëlieten er aan kwamen [ en hij viel hen aan ].

41. Ze vertrokken van de berg Hor en zetten hun tentenkamp op bij Zalmona.

42. Van Zalmona gingen ze naar Funon.

43. Van Funon gingen ze naar Obot.

44. Van Obot kwamen ze bij de heuvels van Abarim in het gebied van Moab.

45. Ze vertrokken van de heuvels van Abarim en zetten hun tentenkamp op bij Dibon-Gad.

46. Van Dibon-Gad gingen ze naar Almon-Diblataïm.

47. Van Almon-Diblataïm gingen ze naar de Abarim-bergen, bij Nebo.

Lees verder hoofdstuk Numeri 33