Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 27:6-11 BasisBijbel (BB)

6. En de Heer zei tegen Mozes:

7. "De dochters van Zelafead hebben gelijk. Je moet hun een eigen stuk grond geven, net als de broers van hun vader. Ze moeten het stuk grond krijgen dat voor hun vader zou zijn geweest.

8. Zeg tegen de Israëlieten: Als iemand sterft zonder dat hij een zoon heeft gekregen, moet zijn dochter de grond erven.

9. Als hij ook geen dochters heeft, moeten zijn broers de grond erven.

10. Als hij geen broers heeft, moeten de broers van zijn vader de grond erven.

11. En als zijn vader geen broers heeft, moet je zijn grond geven aan het meest nabije familielid uit zijn familie. Die mag het dan hebben." Dit zal voor de Israëlieten de wet zijn, zoals de Heer die aan Mozes bevolen heeft.

Lees verder hoofdstuk Numeri 27