Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 26:51-62 BasisBijbel (BB)

51. In totaal waren er in Israël 601.730 mannen van 20 jaar en ouder.

52. En de Heer zei tegen Mozes:

53. "Het land waar jullie gaan wonen, moet onder deze stammen worden verdeeld. Elke stam krijgt een eigen gebied. Bij de verdeling moet rekening gehouden worden met de grootte van de stammen.

54. Een stam met een groot aantal mannen van 20 jaar en ouder krijgt een groot gebied. Een stam met een klein aantal mannen van 20 jaar en ouder krijgt een klein gebied.

55. Je moet loten welke stam welk gebied krijgt.

56. Dus elke stam krijgt zijn eigen gebied. Hoe groot dat gebied is, hangt af van de grootte van de stam."

57. De stam van de Levieten bestond uit de familie van Gerson, de familie van Kehat en de familie van Merari.

58. Uit die families ontstonden ook de familie van Libni, de familie van Hebron, de familie van Mali, de familie van Musi en de familie van Korach. Kehat had een zoon: Amram.

59. Amram trouwde met Jochebed, uit de familie van Levi. Ze was in Egypte geboren. Zij en Amram kregen kinderen: Aäron, Mozes en Mirjam.

60. Aäron kreeg vier zonen: Nadab, Abihu, Eleazar en Itamar.

61. Nadab en Abihu stierven toen ze onheilig vuur bij de Heer brachten.

62. Van de Levieten waren 23.000 mannen één maand of ouder. Zij werden niet samen met de andere Israëlieten geteld, omdat zij geen eigen gebied kregen zoals de andere Israëlieten.

Lees verder hoofdstuk Numeri 26