Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 23:1-9 BasisBijbel (BB)

1. Bileam zei tegen Balak: "Bouw hier zeven altaren voor mij. Offer daarop zeven stieren en zeven mannetjes-schapen."

2. Balak deed wat Bileam had gevraagd en offerde met Bileam op elk altaar een stier en een mannetjes-schaap.

3. Toen zei Bileam tegen Balak: "Blijf hier bij het brand-offer staan. Ik ga weg, en misschien zal de Heer naar mij toe komen. Daarna zal ik u vertellen wat Hij tegen mij heeft gezegd." Toen klom hij de heuvel op.

4. God kwam daar naar Bileam toe. Bileam zei tegen Hem: "Ik heb zeven altaren gebouwd en op elk altaar een stier en een mannetjes-schaap geofferd."

5. De Heer zei Bileam wat hij zeggen moest en stuurde hem daarmee terug naar Balak.

6. Toen Bileam terugkwam, stond Balak nog steeds bij zijn offer, met de leiders van Moab.

7. Bileam zei: "Balak, de koning van Moab, haalde mij uit Aram, uit de bergen in het oosten.Hij zei: 'Kom en vervloek het volk van Jakob voor mij. Verwens het volk Israël.'

8. Maar hoe kan ik een volk vervloeken dat niet door God vervloekt is?Hoe kan ik een volk verwensen dat niet door de Heer verwenst is?

9. Vanaf de top van deze rotsen zie ik hen.Ik zie hen vanaf de heuvels.Het is een bijzonder volk, anders dan de andere volken.

Lees verder hoofdstuk Numeri 23