Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 22:37-41 BasisBijbel (BB)

37. Balak zei tegen Bileam: "Ik had je toch dringend gevraagd om te komen? Waarom kwam je niet meteen? Was je bang dat ik je niet goed zou belonen?"

38. Maar Bileam zei tegen Balak: "Ik ben nu toch gekomen? Maar ik weet niet of ik wel iets zal kunnen zeggen. Ik kan alleen de woorden spreken die God mij geeft."

39. Bileam ging met Balak mee naar Kirjat-Huzzot.

40. Daar offerde Balak koeien en schapen. Een deel van het vlees gaf hij aan Bileam en aan de leiders die bij hem waren.

41. De volgende morgen klom Balak met Bileam de heuvel van Baäl op. Vanaf dat punt kon hij het deel van het volk zien dat het dichtst bij de grens was.

Lees verder hoofdstuk Numeri 22