Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 1:20-35 BasisBijbel (BB)

20. De mannen uit de stam van Ruben, de oudste zoon van Israël, werden per familie geteld.

21. Er waren 46.500 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

22. De mannen uit de stam van Simeon werden per familie geteld.

23. Er waren 59.300 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

24. De mannen uit de stam van Gad werden per familie geteld.

25. Er waren 45.650 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

26. De mannen uit de stam van Juda werden per familie geteld.

27. Er waren 74.600 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

28. De mannen uit de stam van Issaschar werden per familie geteld.

29. Er waren 54.400 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

30. De mannen uit de stam van Zebulon werden per familie geteld.

31. Er waren waren 57.400 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

32. De mannen uit de stam van Efraïm, de zoon van Jozef, werden per familie geteld.

33. Er waren 40.500 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

34. De mannen uit de stam van Manasse, de andere zoon van Jozef, werden per familie geteld.

35. Er waren 32.200 mannen van 20 jaar en ouder die met het leger konden meegaan.

Lees verder hoofdstuk Numeri 1