Oude Testament

Nieuwe Testament

Nehemia 8:6-10 BasisBijbel (BB)

6. Iedereen kon Ezra zien toen hij het boek opende, doordat hij hoger stond dan de anderen. Zodra hij het boek opende, stonden alle mensen op.

7. Ezra prees de Heer, de machtige God, en het hele volk stak de handen op en antwoordde: "Amen, zo is het!" En ze knielden en bogen zich diep voor de Heer, met hun gezicht tot op de grond.

8. Jesua, Bani, Serebja, Jamin, Akkub, Sabbetai, Hodia, Maäseja, Kelita, Azarja, Jozabad, Hanan, Pelaja en de Levieten leerden de mensen wat er in de wet stond, terwijl ze daar zo allemaal op het plein bijeen waren.

9. Ze lazen duidelijk voor uit de wet van God en legden alles uit, zodat iedereen het goed begreep.

10. Nehemia (de bestuurder van de provincie), Ezra (de priester en wetgeleerde) en de Levieten die het volk les gaven, zeiden tegen de mensen: "Vandaag vieren we feest voor jullie Heer God. Wees dus niet bedroefd en huil niet." Dat zeiden ze, omdat alle mensen huilden toen ze de wet hoorden.

Lees verder hoofdstuk Nehemia 8