Oude Testament

Nieuwe Testament

Nehemia 13:11-14 BasisBijbel (BB)

11. Ik liet de leiders van de stad komen. Ik zei boos tegen hen: "Hoe komt het dat de tempel van God wordt verwaarloosd?" Ik liet de Levieten terugkomen en liet hen weer in de tempel dienst doen.

12. Heel Juda begon weer de tienden van het graan, de wijn en de olijf-olie naar de voorraadkamers te brengen.

13. De priester Selemja, de schrijver Zadok en de Leviet Pedaja liet ik toezicht houden op de voorraadkamers. Ze werden daarbij geholpen door Hanan, de zoon van Zakkur, die een zoon was van Mattanja. Dat waren betrouwbare mannen. Daarom moesten zij alles onder de andere priesters en Levieten verdelen.

14. – Mijn God, vergeet niet wat ik allemaal voor U en uw tempel heb gedaan.

Lees verder hoofdstuk Nehemia 13