Oude Testament

Nieuwe Testament

Maleachi 3:1-11 BasisBijbel (BB)

1. [ De Heer zegt: ] "Let op! Ik stuur mijn boodschapper voor Mij uit. Hij zal voor Mij de weg banen. En plotseling zal de Engel van het verbond, naar wie jullie zo verlangen, naar zijn tempel komen. Let op, Hij komt eraan, zegt de Heer van de hemelse legers."

2. [ Maleachi zegt: ] Maar wie zal in leven kunnen blijven wanneer Hij komt? Want Hij zal zijn als het vuur waarin goud wordt gezuiverd, en als de bijtende zeep waarmee wol vetvrij wordt gemaakt.

3. Zoals iemand goud en zilver in de oven smelt en zuivert, zo zal Hij gaan zitten en de zonen van Levi zuiveren. Dan zullen ze de Heer offers brengen op een manier waar Hij blij mee is.

4. Dan zal de Heer weer genieten van de offers van Juda en van Jeruzalem. Net als vroeger.

5. [ De Heer zegt: ] "Ik kom over jullie rechtspreken. Ik klaag jullie aan. Want jullie doen aan toverij. Jullie zijn ontrouw aan jullie man of vrouw. Jullie zweren van alles [ tegen de rechters ], maar het zijn leugens. Jullie betalen de arbeiders veel te weinig loon. Jullie behandelen de weduwen, de weeskinderen en de vreemdelingen slecht. Jullie hebben geen enkel ontzag voor Mij, zegt de Heer van de hemelse legers.

6. Let op, Ik, de Heer, verander niet. Daarom zijn jullie niet totaal vernietigd, volk van Jakob!

7. Net als jullie voorouders zijn jullie altijd ongehoorzaam geweest aan mijn wetten en leefregels. Nooit hebben jullie je eraan willen houden. Kom nu bij Mij terug! Dan zal Ik ook bij jullie terugkomen, zegt de Heer van de hemelse legers. Maar jullie vragen: 'Bij U terugkomen? Wat bedoelt U daarmee?'

8. [ Ik bedoel dat jullie niet doen wat Ik zeg. ] Mag [ bijvoorbeeld ] een mens God beroven? Nee, maar toch beroven jullie Mij. Jullie vragen: 'Beroven wij U? Wat bedoelt U?' Jullie geven Mij niet de gaven waar Ik recht op heb.

9. Jullie zijn vervloekt, omdat jullie allemaal Mij zo dus beroven.

10. Breng liever alle gaven waar Ik recht op heb naar de voorraadkamer van mijn tempel, namelijk het tiende deel van jullie oogsten. Dan zullen mijn priesters te eten hebben. Probeer het maar. Dan zullen jullie zien dat Ik ervoor zal zorgen dat het goed met jullie gaat. Ik zal voldoende regen geven, zodat jullie grote oogsten zullen hebben. De oogsten zullen zó groot zijn, dat het allemaal niet meer in jullie schuren past.

11. En Ik zal jullie beschermen tegen de sprinkhanen. Dan zullen die niet meer jullie graanoogsten vernielen. En Ik zal ervoor zorgen dat er aan jullie wijnstruiken prachtige druiventrossen groeien.

Lees verder hoofdstuk Maleachi 3