Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 9:15-21 BasisBijbel (BB)

15. Hierna offerde hij de offerdieren van het volk. Hij nam de mannetjes-geit voor het vergevings-offer waarmee het volk vergeving zou krijgen. Hij slachtte die en offerde hem als vergevings-offer, zoals het vorige offer.

16. Daarna offerde hij het dier voor het brand-offer en deed daarmee zoals de Heer bevolen had.

17. Daarna liet hij het meel-offer brengen. Hij nam er een handvol van en verbrandde het op het altaar. Verder offerde hij het ochtend-brandoffer dat elke dag gebracht moest worden.

18. Ook slachtte hij de koe en het mannetjes-schaap van het volk, als dank-offer. Zijn zonen brachten hem het bloed. Hij wierp het rondom tegen de zijkanten van het altaar.

19. Hij nam het vet van de koe en de geit: de staart, het vet rond de darmen, de nieren met het vet dat daaraan zit en het vet rond de lever.

20. Dat legde hij op de borststukken. Toen verbrandde hij alles op het altaar.

21. De borststukken en de rechter schouders hield Aäron omhoog naar de Heer en bewoog ze als beweeg-offer heen en weer, zoals Mozes bevolen had.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 9