Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 26:9-20 BasisBijbel (BB)

9. Ik zal met jullie zijn en Ik zal ervoor zorgen dat jullie een groot volk worden. Ik zal Mij houden aan mijn verbond met jullie.

10. Jullie zullen zóveel oogsten, dat jullie er nog van eten als de nieuwe oogst er al weer is, zodat jullie het oude kunnen weggooien.

11. Ik zal Zelf bij jullie wonen, in mijn heiligdom. Ik zal jullie niet in de steek laten.

12. Ik zal altijd bij jullie wonen. Ik zal jullie God zijn en jullie zullen mijn volk zijn.

13. Ik ben jullie Heer God, die jullie uit Egypte heeft bevrijd. Jullie liepen daar gebukt onder een slavenjuk. Maar Ik heb het slavenjuk stukgebroken, zodat jullie weer rechtop konden gaan. Jullie hoefden niet langer hun slaven te zijn."

14. [ De Heer zei tegen Mozes: "Zeg tegen de Israëlieten: ] Maar als jullie niet naar Mij luisteren en jullie je niet aan al deze dingen houden,

15. als jullie geen zin hebben om volgens mijn wetten en leefregels te leven, als jullie niets doen van wat Ik jullie heb bevolen en jullie je verbond met Mij verbreken,

16. dan zal Ik allerlei rampen over jullie laten komen. Jullie zullen ziekten en koortsen krijgen waarvan je ogen dof gaan staan en het leven langzaam uit je verdwijnt. Jullie zullen voor niets gezaaid hebben, want jullie vijanden zullen de oogst opeten.

17. Ik zal niet meer met jullie zijn. Daardoor zullen jullie vijanden jullie verslaan en over jullie heersen. Jullie zullen zelfs vluchten als jullie door niemand achtervolgd worden.

18. Als jullie dan nog steeds niet naar Mij willen luisteren, dan zal Ik jullie nog veel zwaarder straffen voor jullie ongehoorzaamheid.

19. Ik zal jullie trots breken: de zon zal [ zo heet ] zijn als [ gloeiend ] ijzer en de grond zal [ zo hard ] zijn als koper.

20. Jullie zullen voor niets hard zwoegen, want er zal niets groeien op het land en aan de fruitbomen.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 26