Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 25:29-32 BasisBijbel (BB)

29. [ De Heer zei tegen Mozes: "Zeg tegen de Israëlieten: ] Als iemand een huis verkoopt in een stad met muren, dan heeft hij een jaar lang het recht om het huis weer terug te kopen.

30. Maar als hij het na een heel jaar niet heeft teruggekocht, dan is dat huis voorgoed van de man die het gekocht heeft. Het wordt voor zijn eigen familie. In het Jubeljaar zal het huis niet vrijkomen.

31. Maar met de huizen in de dorpen waar geen muur omheen staat, zal het gaan als met grond. Net als grond kunnen die huizen altijd teruggekocht worden. En in het Jubeljaar zullen die huizen vrijkomen.

32. Met de huizen in de steden van de Levieten gaat het anders: de Levieten hebben altijd het recht om hun huizen terug te kopen.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 25