Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 23:8-14 BasisBijbel (BB)

8. Jullie moeten Mij zeven dagen lang elke dag een vuur-offer brengen. Op de zevende dag moet er een heilige bijeenkomst zijn. Niemand mag op die dag werken."

9. En de Heer zei tegen Mozes:

10. "Zeg tegen de Israëlieten: Als jullie de oogst binnenhalen in het land dat Ik jullie geef, dan moeten jullie van het eerste deel van de oogst één bos graan naar de priester brengen.

11. Hij moet die naar Mij omhoog houden en heen en weer bewegen. [ Daarna is hij voor de priester. ] Want dan zal Ik blij zijn met jullie offer. Dit moet gebeuren op de eerste dag na de heilige rustdag.

12. Diezelfde dag moet je een gezond mannetjes-schaap van één jaar als brand-offer aan Mij offeren.

13. Daarbij hoort een meel-offer van 2/10 efa [ (4,4 liter) ] fijn meel, met olijf-olie aangemaakt. Dan ben Ik er blij mee. Daarbij moet je ook een wijn-offer uitgieten van ¼ hin [ (0,9 liter) ] wijn.

14. Pas nadat je dit offer gebracht hebt, mag je van het verse graan eten of er brood van bakken. Dit is een eeuwige wet, in alle plaatsen waar jullie wonen.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 23