Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 23:24-36 BasisBijbel (BB)

24. "Zeg tegen de Israëlieten: op de eerste dag van de zevende maand moeten jullie een heilige rustdag houden. Die moeten jullie aankondigen door op de trompet te blazen. Jullie moeten dan een heilige bijeenkomst houden.

25. Niemand mag op die dag werken en jullie moeten voor Mij een vuur-offer offeren."

26. En de Heer zei tegen Mozes:

27. "De tiende dag van de zevende maand is de Dag van Vergeving. Jullie moeten een heilige bijeenkomst houden en jullie moeten spijt hebben van de verkeerde dingen die jullie hebben gedaan. Jullie moeten voor Mij een vuur-offer offeren.

28. Op die dag mag niemand werken, want het is de Dag van Vergeving. Die dag moeten jullie aan Mij, jullie Heer God, om vergeving vragen.

29. Iedereen die op die dag geen spijt heeft van de verkeerde dingen die hij heeft gedaan, zal Ik doden.

30. Ook iedereen die op die dag werkt, zal Ik doden.

31. Niemand mag op die dag werken. Dat is een eeuwige wet, overal waar jullie wonen.

32. Het is een rustdag voor jullie, en jullie moeten spijt hebben van de verkeerde dingen die jullie hebben gedaan. Deze heilige rustdag begint op de avond van de negende dag van de maand, en hij duurt tot aan de volgende avond."

33. En de Heer zei tegen Mozes:

34. "Zeg tegen de Israëlieten: Op de 15e dag van de zevende maand begint het Loofhuttenfeest. Zeven dagen lang vieren jullie feest voor Mij.

35. Op de eerste dag van het feest moeten jullie een heilige bijeenkomst houden. Niemand mag dan werken.

36. Zeven dagen lang moeten jullie Mij elke dag een vuur-offer brengen. Op de achtste dag moeten jullie een heilige bijeenkomst houden en Mij een vuur-offer brengen. Het is een heilige feestdag en niemand mag die dag werken.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 23