Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 16:32-34 BasisBijbel (BB)

32. Elke volgende hogepriester moet op die dag vergeving voor jullie vragen. Hij moet de heilige linnen priesterkleren aantrekken.

33. Daarin moet hij om reiniging vragen voor het heiligdom achter het gordijn. Ook voor de tent van ontmoeting, het altaar, de priesters en het hele volk.

34. Het is een eeuwige wet. Eén keer per jaar moet de hogepriester om vergeving vragen voor alle Israëlieten, voor alles wat ze tegen Mij verkeerd gedaan hebben." En Aäron deed wat de Heer aan Mozes bevolen had.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 16