Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 16:19-24 BasisBijbel (BB)

19. Dan moet hij met zijn vinger zeven keer bloed op het altaar sprenkelen om het te reinigen en te heiligen van alles wat de Israëlieten verkeerd gedaan hebben.

20. Als hij om reiniging heeft gevraagd voor het heiligdom in de tent, de tent van ontmoeting en het altaar, moet hij de levende bok bij Mij brengen.

21. Aäron moet zijn handen op de kop van het dier leggen en alles opnoemen wat de Israëlieten verkeerd gedaan hebben. Zo zal hij al die verkeerde daden op de bok leggen. Daarna moet hij de bok door iemand anders naar de woestijn laten brengen.

22. Zo zal de bok alles wat de mensen verkeerd gedaan hebben, van de mensen wegnemen en naar een onbewoonbaar land brengen. In de woestijn moet hij de bok vrijlaten.

23. Daarna moet Aäron in de tent van ontmoeting de linnen kleren uittrekken. Die had hij aangedaan om het heiligdom achter het gordijn in te mogen gaan. Hij moet ze in de tent laten liggen.

24. Hij moet zich daar helemaal in water wassen. Daarna moet hij zijn kleren aantrekken. Dan moet hij naar buiten gaan en zijn eigen brand-offer en het brand-offer van het volk offeren. Daarmee vraagt hij om vergeving voor zichzelf en het volk.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 16