Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 16:1-9 BasisBijbel (BB)

1. Nadat de twee zonen van Aäron gedood waren toen ze [ met onheilig vuur ] bij de Heer waren gekomen, sprak de Heer met Mozes.

2. Hij zei: "Zeg tegen je broer Aäron dat hij niet zomaar het heiligdom achter het [ tweede ] gordijn in mag gaan. Hij mag niet zomaar bij het vergevings-deksel komen dat op de kist van het verbond ligt. Want dan zou hij sterven. Want Ik ben daar, in de wolk boven het vergevings-deksel.

3. Aäron mag daar alleen binnengaan als hij een jonge stier offert als vergevings-offer en een mannetjes-schaap als brand-offer.

4. Hij moet de heilige linnen onderkleren en bovenkleren aantrekken, een linnen gordel omdoen en de linnen tulband op zijn hoofd zetten. Omdat dit heilige kleren zijn, moet hij zich eerst helemaal in water wassen.

5. Van het volk moet hij twee mannetjes-geiten als vergevings-offer en één mannetjes-schaap als brand-offer nemen.

6. Eerst moet hij de stier offeren als vergevings-offer voor zichzelf. Daarmee vraagt hij om vergeving voor zichzelf en zijn familie.

7. Daarna moet hij de twee mannetjes-geiten bij Mij brengen, bij de ingang van de tent van ontmoeting.

8. Aäron moet over deze twee bokken loten welke bok voor de Heer is en welke voor Azazel .

9. De bok die voor de Heer is, moet Aäron aan Mij als vergevings-offer offeren.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 16