Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 11:14-24 BasisBijbel (BB)

14. gieren, alle soorten kraaien,

15. alle soorten raven,

16. struisvogels, alle soorten uilen, koekoeken,

17. alle soorten sperwers, aalscholvers,

18. kauwen, roerdompen, pelikanen,

19. ooievaars, alle soorten reigers, hoppen en vleermuizen.

20. Alle insecten moeten jullie walgelijk vinden.

21. Maar alle insecten die springpootjes hebben, mogen jullie wél eten.

22. Dat zijn dus alle soorten sprinkhanen.

23. Maar alle andere insecten moeten jullie walgelijk vinden.

24. Daarvan worden jullie onrein. Als je een dood dier aanraakt, ben je tot de avond onrein.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 11