Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 10:3-14 BasisBijbel (BB)

3. Mozes zei tegen Aäron: "Dit is wat de Heer bedoelde toen Hij zei: 'De mensen die Mij dienen in de tent, zullen weten dat Ik de Heilige ben. En aan het hele volk zal Ik mijn macht en grootheid laten zien.' " Aäron zweeg.

4. Toen liet Mozes Misaël en Elzafan komen. Zij waren de zonen van Uzziël, de oom van Aäron. Hij zei tegen hen: "Kom hier en draag jullie neven het heiligdom uit. Breng hen buiten het tentenkamp."

5. Ze kwamen en droegen hen in hun onderkleren weg uit het tentenkamp, zoals Mozes gezegd had.

6. Mozes zei tegen Aäron en zijn [ twee andere ] zonen Eleazar en Itamar: "Jullie mogen niet [ als teken van verdriet ] je haar los laten hangen en je kleren scheuren. Als jullie dat wél doen, zal de Heer ook jullie doden en zal Hij ook het hele volk straffen. Maar het hele volk Israël moet treuren over het vuur waarmee de Heer hen gestraft heeft.

7. En ga niet weg van de ingang van de tent van ontmoeting, want dan zullen jullie sterven. Want de Heer heeft jullie gezalfd [ om Hem daar te dienen ]." En ze deden wat Mozes gezegd had.

8. De Heer zei tegen Aäron:

9. "Je mag geen wijn of andere drank met alcohol [ meer ] drinken. Jij niet en je zonen ook niet. Niet als jullie in de tent van ontmoeting moeten dienen. Want anders zullen jullie sterven. Dit is een eeuwig bevel voor jou en je familie ná jou.

10. Want jullie moeten het verschil weten tussen heilig en onheilig, tussen rein en onrein.

11. Alleen zó kunnen jullie aan de Israëlieten de wetten leren die Ik jullie door Mozes gegeven heb."

12. Mozes zei tegen Aäron en zijn zonen Eleazar en Itamar die overgebleven waren: "Het deel van het meel-offer dat overblijft van de vuur-offers van de Heer, is voor jullie. Bak er ongegiste broden van. Eet die naast het altaar, want ze zijn heel erg heilig.

13. Daarom moeten jullie ze op een heilige plaats eten. Dat deel van de vuur-offers van de Heer is voor jullie. Zó heeft de Heer het mij bevolen.

14. Ook het borststuk en de schouder zijn voor jullie en jullie gezinnen. Maar eerst zijn die aan de Heer gegeven. Ze zijn naar Hem omhoog gehouden en heen en weer bewogen. Dat is jullie deel van de dank-offers van het volk Israël. Jullie moeten ze op een reine plaats opeten.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 10