Oude Testament

Nieuwe Testament

Klaagliederen 3:6-12 BasisBijbel (BB)

6. Het is zó donker om mij heen, dat het lijkt alsof ik al dood en begraven ben.

7. Ik zie geen uitweg meer. Hij heeft me in de boeien gezet.

8. Ik schreeuw tot Hem om hulp, maar Hij luistert niet naar mij.

9. Ik kan geen kant meer op, want Hij verspert mij de weg.

10. Hij loert op mij als een beer, besluipt mij als een leeuw.

11. Ik kan niet aan Hem ontsnappen. Ik ben volkomen machteloos.

12. Hij spant zijn boog en richt zijn pijl op mij.

Lees verder hoofdstuk Klaagliederen 3