Oude Testament

Nieuwe Testament

Klaagliederen 3:55-66 BasisBijbel (BB)

55. Ik roep tot U, Heer, diep vanuit de put.

56. U hoort mij wel! Doe niet alsof U mij niet hoort roepen!

57. U bent bij mij als ik U om hulp roep. U zegt: 'Wees niet bang!'

58. U zal voor me opkomen, Heer. U zal mij redden.

59. U ziet hoe slecht ze me behandelen. Kom alstublieft voor mij op!

60. U ziet dat ze me haten. U weet dat ze me kwaad willen doen.

61. U hoort wat ze allemaal over mij zeggen.

62. U hoort welke plannen ze tegen mij smeden.

63. Zie toch wat ze doen: de hele dag lachen ze om me.

64. Heer, straf hen voor wat ze doen!

65. Maak hen doof voor uw waarschuwingen! Vervloek hen!

66. Straf hen en vernietig hen!

Lees verder hoofdstuk Klaagliederen 3