Oude Testament

Nieuwe Testament

Jozua 6:19-22 BasisBijbel (BB)

19. Alles wat van zilver, goud, koper of ijzer is, is voor de Heer en zal bij de schat van de Heer komen."

20. Toen begonnen de priesters op de ramshorens te blazen. Zodra het volk het geluid van de ramshorens hoorde, begon het te juichen. Toen stortte de stadsmuur in. En het volk klom de stad binnen, ieder recht voor zich uit. Zo veroverden ze de stad.

21. Ze doodden iedereen: mannen en vrouwen, jong en oud. Zelfs de koeien, schapen en ezels doodden ze.

22. Maar tegen de twee mannen die het land hadden verkend, zei Jozua: "Ga naar het huis van Rachab. Breng haar en alle mensen die bij haar horen naar buiten, zoals jullie haar gezworen hebben."

Lees verder hoofdstuk Jozua 6