Oude Testament

Nieuwe Testament

Jozua 21:34-40 BasisBijbel (BB)

34. De families van Merari, de rest van de Levieten, kregen van de stam van Zebulon vier steden: Jokneam met de graslanden daar omheen, Karta met de graslanden daar omheen,

35. Dimna met de graslanden daar omheen en Nahalal met de graslanden daar omheen.

36. Van de stam van Ruben kregen ze vier steden: Bezer met de graslanden daar omheen, Jaza met de graslanden daar omheen,

37. Kedemot met de graslanden daar omheen en Mefaät met de graslanden daar omheen.

38. Van de stam van Gad kregen ze vier steden: de vrijstad Ramot in Gilead met de graslanden daar omheen, Mahanaïm met de graslanden daar omheen,

39. Hesbon met de graslanden daar omheen en Jaëzer met de graslanden daar omheen.

40. De families van Merari kregen door loting deze twaalf steden.

Lees verder hoofdstuk Jozua 21