Oude Testament

Nieuwe Testament

Jozua 21:16-28 BasisBijbel (BB)

16. Aïn met de graslanden daar omheen, Jutta met de graslanden daar omheen en Bet-Semes met de graslanden daar omheen. Van deze twee stammen kregen ze dus negen steden.

17. Van de stam van Benjamin kregen ze vier steden: Gibeon met de graslanden daar omheen, Geba met de graslanden daar omheen,

18. Anatot met de graslanden daar omheen en Almon met de graslanden daar omheen.

19. In totaal kreeg de familie van Aäron, dus alle priesterfamilies, 13 steden met de graslanden daar omheen.

20. De andere families van Kehat kregen van de stam van Efraïm vier steden die hun door het lot werden aangewezen.

21. Ze kregen de vrijstad Sichem op de bergen van de stam van Efraïm, met de graslanden daar omheen, Gezer met de graslanden daar omheen,

22. Kibzaïm met de graslanden daar omheen en Bet-Horon met de graslanden daar omheen.

23. Van de stam van Dan kregen ze vier steden: Elteké met de graslanden daar omheen, Gibbeton met de graslanden daar omheen,

24. Ajalon met de graslanden daar omheen en Gat-Rimmon met de graslanden daar omheen.

25. Van de halve stam van Manasse kregen ze twee steden: Taänach met de graslanden daar omheen en Gat-Rimmon met de graslanden daar omheen.

26. In totaal kregen zij tien steden met de graslanden daar omheen.

27. De families van Gerson kregen van de halve stam van Manasse twee steden: de vrijstad Golan in Bazan met de graslanden daar omheen en Beëstera met de graslanden daar omheen.

28. Van de stam van Issaschar kregen ze vier steden: Kisjon met de graslanden daar omheen, Dobrat met de graslanden daar omheen,

Lees verder hoofdstuk Jozua 21