Oude Testament

Nieuwe Testament

Jona 1:12-16 BasisBijbel (BB)

12. Jona antwoordde: "Gooi me maar in zee. Dan zal de zee weer kalm worden. Want ik weet dat deze storm mijn schuld is."

13. [ Maar de mannen wilden hem niet in zee gooien. ] Ze probeerden het schip roeiend ergens aan land te krijgen. Maar de golven werd steeds hoger, zodat het niet lukte.

14. Toen riepen ze tot de Heer en zeiden: "Heer, laat ons alstublieft niet [ voor straf ] zinken als we deze man, die ons niets gedaan heeft, in zee gooien. Want Heer, U doet wat U wil."

15. Toen tilden ze Jona op en gooiden hem in zee. Toen kalmeerde de zee.

16. De mannen kregen diep ontzag voor de Heer. Ze offerden Hem een dier en deden Hem beloften.

Lees verder hoofdstuk Jona 1