Oude Testament

Nieuwe Testament

Joël 2:16-21 BasisBijbel (BB)

16. Laat iedereen naar Jeruzalem komen. Roep de leiders bij elkaar. Breng zelfs alle kinderen en baby’s mee. Laten zelfs bruid en bruidegom die net hun bruiloft vieren, naar Jeruzalem komen.

17. Laten de priesters, de dienaren van de Heer, huilen van spijt tussen de voorhal en het altaar. Laten ze zeggen: "Heer, heb medelijden met uw volk! Zorg ervoor dat niet een ander volk over ons zal heersen. Dat ze ons niet zullen bespotten en niet zullen zeggen: 'Waar is nu hun God?' "

18. Dan zal de Heer medelijden hebben met zijn land. Hij zal zijn volk vergeven.

19. De Heer zal antwoorden: "Ik zal jullie weer graan, wijn en olijf-olie geven. Jullie zullen weer genoeg te eten hebben. Ik zal ervoor zorgen dat jullie niet langer uitgelachen en bespot worden door de andere volken.

20. Ik zal dat leger dat uit het noorden is gekomen, wegjagen naar de woestijn. Het voorste deel van het leger zal Ik naar de zee in het oosten [ (= de Dode Zee) ] jagen en het achterste deel van het leger zal Ik wegjagen naar de zee in het westen [ (= de Middellandse Zee) ]." Ze zullen sterven en de stank zal tot op grote afstand te ruiken zijn. Want de Heer heeft iets geweldigs gedaan.

21. Wees niet bang, land, maar juich en jubel. Want de Heer heeft geweldige dingen gedaan.

Lees verder hoofdstuk Joël 2