Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 7:4-11 BasisBijbel (BB)

4. Als ik ga slapen, denk ik: "Was de nacht maar voorbij!"Het wordt later en later en ik lig maar te woelen tot het ochtend wordt.

5. Mijn lichaam zit vol met wormen en vuil.Mijn huid zweert en is overal kapot.

6. Mijn leven gaat sneller voorbijdan een spoel door het weefgetouw van de wever.Mijn dagen gaan voorbij zonder enige hoop.

7. Vóórdat ik het weet, is mijn leven over,zo snel als één enkele zucht.Ik zal geen gelukkige dagen meer meemaken.

8. Nu zien jullie mij nog, maar al heel gauw zal ik er niet meer zijn.Als jullie mij zoeken, zal ik opeens verdwenen zijn.

9. Zoals een wolk wegdrijft en verdwijnt,zo verdwijnen ook de mensen in het graf en komen niet meer terug.

10. Ze komen nooit meer terug naar huis.Hun gezin ziet hen nooit meer.

11. Ik kan niet zwijgen.Ik móet spreken over mijn ellende.Ik móet klagen over mijn verdriet.

Lees verder hoofdstuk Job 7