Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 6:11-18 BasisBijbel (BB)

11. Ik heb geen kracht meer over.Ik heb niets meer te verwachten.Waarom zou ik nog langer willen leven?

12. Ik ben toch niet van steen?Mijn lichaam is toch niet van koper?

13. Ik ben helemaal hulpeloos.Ik weet me geen raad meer.

14. Een mens die geen medelijden toont met een vriend in nood,heeft geen ontzag voor de Almachtige God.

15. Ik kan niet vertrouwen op mijn vrienden.Ze zijn zo onbetrouwbaar als het water in een beek.

16. Eerst bruist de beek vol van water,als het ijs en de sneeuw op de bergen smelten.

17. Maar als het warm wordt, stroomt er steeds minder water in.En als het zomer is, is er niets van overgebleven.

18. De beek kronkelt de berg af,slingert de woestijn in en verdwijnt daar.

Lees verder hoofdstuk Job 6