Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 39:24-28 BasisBijbel (BB)

24. Vrolijk woelt het met zijn hoeven de grond om.Krachtig stort het zich in de strijd.

25. Een paard kent geen angst en is nergens bang voor.Het vlucht niet voor het zwaard.

26. Boven hem rammelt de pijlkoker.Boven hem flikkeren lans en speer.

27. Razendsnel galoppeert het over de bodem.Het is niet te houden als de ramshoorn klinkt.

28. Het hinnikt, elke keer als er op de ramshoorn wordt geblazen.Al van grote afstand ruikt het paard de strijden hoort het geroep van de aanvoerders en het krijgsgeschreeuw.

Lees verder hoofdstuk Job 39