Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 33:26-33 BasisBijbel (BB)

26. Hij bidt vurig tot God en Hij luistert naar hem.God is weer blij met hem.Hij spreekt uit dat deze man onschuldig is.

27. Dan zingt de man het uit:"Ik had verkeerd gedaan,dingen gedaan die God niet goed vindt.Maar ik heb niet de straf gekregen die ik verdiende.

28. God heeft mij gered van de dood.Nu wandel ik weer in het licht."

29. Zo doet God deze dingen.Hij doet dat misschien twee of drie keer met een mens.

30. Zo wil Hij hem redden van de dood,zodat het levenslicht weer op hem valt.

31. Luister hier goed naar, Job.Wees stil tot ik ben uitgesproken.

32. Als je me iets te antwoorden hebt, zeg het dan.Spreek, want ik wil je graag gelijk geven.

33. Maar als je niets te antwoorden hebt,luister dan naar me, dan kun je iets leren van mijn wijsheid. (lees verder)

Lees verder hoofdstuk Job 33