Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 32:16-22 BasisBijbel (BB)

16. Ik heb gewacht of jullie nog iets zouden zeggen,maar jullie staan daar maar te zwijgen.

17. Daarom is het nu míjn beurt om antwoord te geven.Nu is het míjn beurt om te zeggen wat ik ervan vind.

18. Mijn hoofd zit vol gedachten.Ik popel om iets te zeggen.

19. Mijn woorden bruisen zó in mijn binnenste, dat ik bijna barst.Ik voel me als een wijnzak die bijna barst door het bruisen van de wijn.

20. Ik móet het nu zeggen, anders krijg ik geen lucht meer.Nu zal ík antwoord geven.

21. Ik ga geen dingen zeggen waarvan ik denk dat jullie die graag willen horen.Ik ga niemand vleien.

22. Vleien kan ik niet,want dan zou mijn Maker mij doden. (lees verder)

Lees verder hoofdstuk Job 32