Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 31:17-25 BasisBijbel (BB)

17. Heb ik soms al het eten dat ik heb, alléén opgegeten,zonder er iets van aan de weeskinderen te geven?

18. Nee, ik was als een vader voor de weeskinderen.Al vanaf mijn jeugd zorg ik voor hen bij mij in huis.

19. Als ik een zwerver zonder kleren zag,een arm mens die niets had om aan te trekken,

20. dan was hij mij dankbaar voor wat ik hem gaf.Hij mocht zich warmen in één van mijn schapenvachten.

21. Heb ik ooit bedelende weeskinderen van me weggeslagenomdat ik wist dat de andere mannen in de poort dat ook zouden hebben gedaan?

22. Dan mag mijn arm uit de kom schieten!Dan mag voor straf mijn arm breken!

23. Juist uit ontzag voor wie Hij is, heb ik altijd zo geleefd!Want ik wist dat ik zijn straf niet zou kunnen verdragen.

24. Heb ik soms meer op mijn goud vertrouwd dan op God?Heb ik van mijn geld een afgod gemaakt?

25. Heb ik soms lopen opscheppen over mijn rijkdom?Heb ik opgeschept dat ik zo goed had verdiend?

Lees verder hoofdstuk Job 31