Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 30:15-21 BasisBijbel (BB)

15. Iedereen doet mij kwaad, iedereen is tégen mij.Mijn geluk is verdwenen als een wolk die door de wind wordt weggeblazen.

16. Ik ben helemaal radeloos.Dagen vol ellende volgen elkaar op.

17. De nacht is niet om door te komen van de pijn in mijn botten.Het bloed klopt bonkend in mijn polsen.

18. Mijn lichaam is ziek van alle ellende.Mijn huid hangt als een zak om me heen.

19. God heeft me in de modder gesmeten.Ik voel me alsof ik zelf niet méér ben dan stof.

20. Ik roep U om hulp, maar U antwoordt mij niet.Ik sta daar, maar U kijkt niet naar me om.

21. U doet tegen me als een genadeloze vijand.Met al uw kracht slaat U me.

Lees verder hoofdstuk Job 30