Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 29:9-16 BasisBijbel (BB)

9. Leiders onderbraken hun gesprekkenen zwegen uit respect voor mij.

10. Iedereen zweeg,niemand durfde nog iets te zeggen.

11. Iedereen bewonderde mijn wijsheid.Iedereen zei goede dingen over mij.

12. Want ik hielp arme mensen die mij om hulp vroegen.Weeskinderen werden door mij geholpen.

13. Ze waren me allemaal dankbaar.Arme weduwen waren blij met mij.

14. Ik was eerlijk en rechtvaardigin alles wat ik deed.

15. Ik stond altijd klaarom blinden en kreupelen te helpen.

16. Als een vader zorgde ik voor de arme mensen.Iedereen die met een rechtszaak kwam, behandelde ik eerlijk.Ook als het vreemden waren.

Lees verder hoofdstuk Job 29