Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 18:5-16 BasisBijbel (BB)

5. Wat met jou gebeurt, is je eigen schuld.Met een slecht mens loopt het nu eenmaal slecht af.

6. Het zal donker worden in zijn leven.Zijn levenslicht wordt uitgedoofd.

7. Hij wordt onzeker over wat hij moet doen.Wat hem goed leek om te doen, loopt verkeerd af.

8. Het is alsof zijn voeten vast komen te zitten in een vangnet.Zonder dat hij het weet, loopt hij op een valkuil af.

9. Een klem klapt dicht rond zijn voeten hij kan geen kant meer op.

10. Hij struikelt over het touw dat op de grond verborgen lag.Hij ziet de valstrikken op zijn pad niet.

11. Aan alle kanten loert gevaar.De angst jaagt hem op.

12. Hij zal geen enkele macht meer hebben.De dood ligt op de loer.

13. Ziekte vreet zijn huid weg,vreet aan zijn armen en benen.

14. Hij wordt weggejaagd uit zijn vredige leventje.Regelrecht loopt hij in de armen van de koning van ellende: de dood.

15. Een vreemde komt in zijn huis wonen,nadat het ontsmet is met zwavel vanwege alle ziekten.

16. Hij is als een stervende boomwaarvan onder de grond de wortels verdrogenen boven de grond de takken verdorren.

Lees verder hoofdstuk Job 18