Oude Testament

Nieuwe Testament

Jesaja 8:2-14 BasisBijbel (BB)

2. Ik zorgde ervoor dat de priester Uria en Zacharia, de zoon van Jeberechja, het mij zagen opschrijven, want zij waren betrouwbare mannen. Zo had ik getuigen.

3. Intussen was mijn vrouw, een profetes, in verwachting geraakt. We kregen een zoon. De Heer zei tegen mij: "Noem hem Maher-Schalal Chaz-Baz [ (= 'Snelle roof, snelle buit') ].

4. Want voordat de jongen 'pappa' en 'mamma' zal kunnen zeggen, zullen de rijkdommen van Damaskus [ (de hoofdstad van Aram) ] en de buit uit Samaria [ (de hoofdstad van het koninkrijk Israël) ] worden meegenomen naar de koning van Assur."

5. Verder zei de Heer tegen mij.

6. "Ik ben er altijd voor mijn volk. Net als het rustig kabbelende water van de vijver van Siloa. [ Ik ben er altijd om voor hen te zorgen. ] Maar het maakt hun niets uit. Ze sluiten liever een verbond met koning Rezin van Aram en koning Peka van Israël.

7. Daarom zal Ik de koning van Assur met zijn machtige leger laten komen. Dat leger zal als een woeste rivier het land bedekken. Het zal zijn als de brede en snelstromende Eufraat wanneer die buiten zijn oevers treedt en alles overspoelt.

8. Assur zal Juda overspoelen en steeds verder om zich heen grijpen, totdat het water Juda tot aan de lippen komt. Assur zal met zijn legers het hele land bedekken."– O Heer, wees met ons! [ roept Jesaja uit. ]

9. [ Jesaja zegt: ] Stroom maar samen, volken van de aarde! Maar jullie zullen verliezen. Luister, jullie die in verre landen wonen! Maak jullie maar klaar om [ ons ] aan te vallen! Maar jullie zullen worden verslagen.

10. Maak maar plannen! Er zal toch niets van terechtkomen. Zeg maar wat jullie willen! Het zal toch niet gebeuren. Want God is met ons.

11. [ Jesaja zegt: ] Dit is wat de Heer tegen mij zei toen zijn Geest over mij kwam. Hij waarschuwde mij om niet dezelfde dingen te doen als dit volk.

12. Hij zei: "Noem geen samenzwering wat dit volk een samenzwering noemt. En wees niet bang waar zij bang voor zijn.

13. [ Volk, ] wees liever bang voor Mij en heb diep ontzag voor Mij, de Heer van de hemelse legers.

14. Dan zouden jullie bij Hem veilig zijn. Maar nu, omdat jullie geen ontzag voor Hem hebben, zal Hij een steen zijn waarover jullie zullen struikelen. Alle twee de koninkrijken van het volk Israël zullen over Hem struikelen. Hij zal een valkuil worden voor de bewoners van Jeruzalem.

Lees verder hoofdstuk Jesaja 8