hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66

Oude Testament

Nieuwe Testament

Jesaja 64 BasisBijbel (BB)

Jesaja's gebed om redding (vervolg)

1. Scheur alstublieft de hemel open, Heer! Kom uit uw hemel naar beneden, zodat de bergen ervan schudden!

2. Kom naar de aarde, Heer, als het vuur van een smelt-oven, een vuur dat water doet koken! Laat uw vijanden zien wie U bent, zodat de volken voor U zullen beven.

3. Ze zullen beven vanwege de indrukwekkende dingen die U doet, onverwachte dingen! Kom alstublieft uit uw hemel naar beneden, zodat de bergen ervan schudden!

4. Niemand heeft ooit zoiets gezien. Niemand heeft ooit zoiets gehoord. Alleen U wist wat U wil gaan doen voor de mensen die op U vertrouwen.

5. Als mensen van harte willen leven zoals U het wil, komt U hun te hulp. U bent boos op ons omdat wij U ongehoorzaam waren. En uw boosheid duurt al zo lang! Wanneer zullen we worden gered?

6. We zijn allemaal vuil van de slechte dingen die we hebben gedaan. We zijn te vies om aan te raken. We zijn zo smerig als kleren vol bloedvlekken. We sterven als bladeren die van de boom vallen en door de wind worden meegenomen. Onze misdaden doden ons.

7. Niemand van ons roept U om hulp. Niemand van ons verlangt naar U. Daarom heeft U Zich voor ons verborgen. U laat ons omkomen in de macht van het kwaad.

8. Maar Heer, U bent onze Vader. U heeft ons gemaakt zoals een pottenbakker iets maakt van de klei. Wij zijn de klei en U heeft ons met uw eigen handen gemaakt.

9. Heer, wees alstublieft niet al te boos. Blijf niet voor altijd aan onze ongehoorzaamheid denken. Alstublieft Heer, wij zijn uw volk!

10. Uw heilige steden zijn verwoest. De berg Sion is een wildernis geworden, Jeruzalem een puinhoop.

11. Onze heilige, prachtige tempel waar onze voorouders U prezen, is afgebrand. Alles waarvan wij hielden, is verwoest.

12. Heer, zult U nooit meer iets voor ons willen doen? U zal toch niet altijd blijven zwijgen? U zal ons toch niet altijd blijven straffen?