Oude Testament

Nieuwe Testament

Jesaja 63:8-11 BasisBijbel (BB)

8. Hij zei: 'Ze zijn toch mijn volk, mijn kinderen. Ze zullen Me toch niet verlaten?' Daarom heeft Hij hen gered.

9. In al hun ellende leed Hij met hen mee. En de Engel van de Heer heeft hen gered. Vanwege zijn liefde en zijn medelijden heeft Hij hen bevrijd. Hij droeg hen op zijn arm, al die jaren, van het begin af aan.

10. Maar ze werden koppig en ongehoorzaam. Ze kwetsten zijn Heilige Geest. Daarom werd Hij hun vijand en streed Hij tegen hen.

11. Toen dacht het volk aan de tijd van Mozes en zei: 'Waar is Hij die zijn volk met zijn leiders door de zee meenam als een kudde? Waar is Hij die met zijn Heilige Geest bij hen woonde?

Lees verder hoofdstuk Jesaja 63