Oude Testament

Nieuwe Testament

Jesaja 63:13-19 BasisBijbel (BB)

13. Waar is Hij die hen door de diepe zee leidde zoals je een paard door de woestijn leidt, zonder dat iemand struikelde?

14. Gods Geest gaf hen rust, zoals vee rust vindt in het groene dal.' Heer, zo heeft U uw volk geleid en zo bent U beroemd geworden.

15. [ Jesaja zegt: ] Heer, kijk omlaag uit uw hemel. Kijk vanuit uw heilige, prachtige paleis naar beneden. Waar is uw vurige liefde voor ons? Waar is uw macht? Waar is uw medelijden met ons? Volgens mij geeft U niets meer om ons.

16. Toch bent U onze Vader. Want Abraham weet niets van ons af en Jakob kent ons niet. Ú, Heer, bent onze Vader. U bent altijd onze Redder geweest.

17. Heer, waarom laat U ons wegdwalen? Waarom maakt U ons koppig en ongehoorzaam, zodat we geen ontzag meer voor U hebben? Kom alstublieft weer terug bij uw dienaren, de stammen van uw volk.

18. Het land is maar een korte tijd eigendom van uw volk geweest. Onze vijanden hebben uw heiligdom vertrapt.

19. We verschillen nu helemaal niets meer van de andere volken, de volken waarover U nooit Koning bent geweest en waarmee U nooit een verbond heeft gesloten. (lees verder)

Lees verder hoofdstuk Jesaja 63