Oude Testament

Nieuwe Testament

Jesaja 63:1-7 BasisBijbel (BB)

1. [ Jesaja vraagt: ] Wie komt daar uit Bozra in Edom? Wie komt daar in rode kleren? Wie loopt daar, zo schitterend, zo sterk en zo machtig?[ De Heer antwoordt: ] "Ik ben het: de Heer. Ik breng rechtvaardigheid. Ik heb de macht om te redden."

2. [ Jesaja vraagt: ] Waarvan zijn uw kleren zo rood? Ze zijn zo rood als de kleren van iemand die druiven in de druivenpers heeft uitgeperst!

3. [ De Heer antwoordt: ] "Ik heb de druiven geperst, helemaal alleen. Geen volk heeft Mij geholpen. Ik plette de volken alsof ze druiven waren. Ik vertrapte hen in mijn woede. Hun bloed spatte op mijn kleren zodat ze helemaal vuil geworden zijn.

4. Dit was de dag van mijn straf, de dag dat Ik mijn volk zou bevrijden.

5. Ik keek rond, maar niemand kwam helpen. Ik was geschokt dat niemand te hulp kwam. Daarom kwam Ik Zelf, gedreven door mijn woede.

6. En Ik vertrapte de volken in mijn woede. Ik voerde hen dronken en liet hun bloed op de grond stromen."

7. [ Jesaja zegt: ] Ik zal de mensen vertellen hoe goed de Heer is. Ik zal hun vertellen wat een machtige dingen Hij voor ons heeft gedaan. Hij is zó goed geweest voor het volk Israël!

Lees verder hoofdstuk Jesaja 63