Oude Testament

Nieuwe Testament

Jesaja 46:6-13 BasisBijbel (BB)

6. De mensen schudden goud en zilver uit hun geldbuidel en wegen het af op een weegschaal. Dan huren ze een goudsmid die er een god van moet maken. Ze knielen voor die god neer en aanbidden hem.

7. Ze tillen hem op hun schouders, nemen hem mee en zetten hem op zijn plaats. Daar staat hij dan en komt nooit van zijn plek. Als iemand tot hem roept, antwoordt hij niet. Hij redt niemand uit zijn moeilijkheden.

8. Denk hier eens over na! Word nu eens verstandig, jullie ongehoorzame mensen!

9. Denk aan wat er vroeger is gebeurd. Ik ben God en er is geen andere God. Er is niemand als Ik.

10. Al aan het begin vertel Ik wat er aan het eind zal gebeuren. Ik spreek van tevoren over dingen die nog niet gebeurd zijn. En alles wat Ik van plan was, doe Ik.

11. Ik roep een man uit het oosten, uit een ver land. Hij is sterk en snel als een roofvogel. Ik heb het gezegd en Ik zal het ook doen. Ik heb het bedacht en het zal ook gebeuren.

12. Luister naar Mij, koppig en ongehoorzaam en onrechtvaardig volk!

13. Ik ga rechtspreken, en dat zal niet lang meer duren. Binnenkort zal Ik jullie komen redden. Ik zal goed zijn voor Jeruzalem en voor Israël."

Lees verder hoofdstuk Jesaja 46