Oude Testament

Nieuwe Testament

Jesaja 43:22-28 BasisBijbel (BB)

22. [ De Heer zegt: ] "Maar jullie hebben Mij niet om hulp geroepen, volk van Israël. Jullie hebben geen moeite voor Mij gedaan.

23. Jullie hebben wel schapen geofferd, maar niet voor Mij. Jullie hebben Mij niet geëerd met jullie offers. Jullie hebben je wel moe gemaakt met al die wierook-offers en meel-offers, maar niet voor Mij.

24. Jullie hebben met jullie geld wel wierook gekocht, maar niet voor Mij. Jullie hebben wel het vet van jullie vlees-offers verbrand, maar niet voor Mij. Wat hebben jullie wel gedaan? Mij moe gemaakt! Jullie hebben Mij moe gemaakt met jullie ongehoorzaamheid en met alle slechte dingen die jullie doen.

25. Maar Ik doe al jullie ongehoorzaamheid weg. Al jullie slechte daden wis Ik uit. Dat doe Ik omdat Ik dat wil [ en niet omdat jullie het verdienen ]. Ik zal er zelfs niet meer aan denken.

26. Vertel het Mij maar als Ik geen gelijk heb! Laten We samen kijken wie er gelijk heeft. Spreek, dan zal Ik zien of Ik jullie ten onrechte beschuldig.

27. Maar jullie eerste voorvader [ (Adam) ] was Mij al ongehoorzaam. En de priesters die jullie mijn wet moesten leren, wilden Mij niet volgen.

28. Daarom zal Ik de priesters mijn tempel uitzetten en het volk Israël laten doden. Israël zal [ door de andere volken ] worden bespot."

Lees verder hoofdstuk Jesaja 43