Oude Testament

Nieuwe Testament

Jesaja 30:5-11 BasisBijbel (BB)

5. Maar Egypte zal helemaal niets voor jullie doen. Jullie zullen niets aan Egypte hebben. Jullie zullen alleen maar zwaar teleurgesteld worden en voor schut komen te staan."

6. Dit is wat ik van de Heer moet zeggen over de dieren van het zuiden.Ze trekken door de woestijn vol gevaar. Door een land waar leeuwen, slangen en jakhalzen wonen. Op de ruggen van hun ezels nemen ze hun schatten mee. Op de bulten van kamelen brengen ze hun goud en geschenken naar een volk dat hen niet zal helpen.

7. Egypte kan jullie helemaal niet helpen. Ik noem Egypte: 'stilzittende helper.'

8. [ De Heer zegt: ] "Jesaja, schrijf dit allemaal op, zodat iedereen het lezen kan. Schrijf het op in een boek. Ik wil dat de mensen zelfs eeuwen later, tot op de laatste dag, nog kunnen lezen wat Ik heb gezegd.

9. Want ze zijn een ongehoorzaam volk, onbetrouwbare kinderen, kinderen die niet naar mijn wet willen luisteren.

10. Ze zeggen tegen de zieners: 'Stoor ons niet met wat de Heer jullie laat zien.' En tegen de profeten: 'Val ons niet lastig met de waarheid. Zeg ons iets wat we graag horen. Vertel ons mooie dingen.

11. Kom eens met iets nieuws. Houd nu maar eens op over de Heilige God van Israël.'

Lees verder hoofdstuk Jesaja 30