Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 49:1-15 BasisBijbel (BB)

1. Dit zegt de Heer over de Ammonieten: "Zijn er dan geen Israëlieten meer? Is er dan niemand van Israël over? Waarom anders zijn de Ammonieten in Gad gaan wonen? Wat heeft dat volk van [ de god ] Milkom daar te maken?

2. De Heer zegt: Omdat jullie Gad van Israël veroverd hebben, zal Ik er op een dag voor zorgen dat er in jullie [ hoofd ]stad Rabba krijgsgeschreeuw zal zijn. Rabba zal verwoest worden. De dorpen er omheen zullen in brand worden gestoken. Dan zal Israël het land veroveren dat hén veroverd had, zegt de Heer.

3. Huil, Hesbon, want Ai is verwoest. Huil, bewoners van Rabba, en doe rouwkleren aan. Treur over je stad. Ren radeloos rond over je graslanden. Want [ jullie god ] Milkom wordt als buit meegenomen, samen met zijn priesters en de leiders van je land.

4. Ammonieten, waarom zijn jullie zo trots op jullie dalen? Hesbon, je dal is overstroomd, jij trotse stad die op je rijkdommen vertrouwde. Je dacht dat niemand je zou durven aanvallen!

5. Maar Ik zal ervoor zorgen dat jullie bang zullen zijn voor jullie buurlanden, zegt de Heer, de Heer van de hemelse legers. Van alle kanten zullen jullie worden aangevallen. En naar alle kanten zullen jullie worden weggejaagd. En niemand zal proberen jullie weer bij elkaar te brengen.

6. Maar daarna zal Ik een einde maken aan de gevangenschap van de Ammonieten. Ik zal ervoor zorgen dat het weer goed met hen gaat, zegt de Heer."

7. Over Edom zegt de Heer van de hemelse legers: "Is er dan geen wijsheid meer in Teman? Hebben de wijze mannen dan geen idee meer wat ze moeten doen? Is hun wijsheid verdwenen?

8. Vlucht, keer om, verberg je goed, bewoners van Dedan! Want het volk Edom zal vernietigd worden op de dag dat Ik het ga straffen.

9. Druivenplukkers laten altijd wel een paar druiven hangen. En dieven nemen alleen mee wat ze dragen kunnen.

10. Maar Ík pluk Edom helemaal kaal. Ík roof Edom helemaal leeg, ook al zijn schuilplaatsen. Niemand zal zich kunnen verbergen. Er zal niemand van dat volk overblijven. Ook alle buurlanden worden verwoest. Er blijft niets van Edom over.

11. Ik zal alleen je weeskinderen in leven laten en je weduwen beschermen.

12. De Heer zegt: Jij hebt volken die het niet verdienden, zwaar laten lijden. Zou jij dan zelf vrijuit gaan? Nee, nu zul jij zwaar moeten lijden onder mijn straf. Je zal de wijnbeker met mijn straf helemaal leegdrinken.

13. Ik zweer bij Mijzelf, zegt de Heer, dat iedereen die zal horen wat er met Bozra is gebeurd, geschokt zal zijn. Bozra en alle steden daar omheen zullen voor altijd puinhopen blijven.

14. De Heer zegt: Ik heb een boodschapper naar de volken gestuurd. Die roept de volken op om zich te verzamelen en samen Edom aan te vallen.

15. Want Ik ga van jou een klein volk maken waar niemand nog bang voor is.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 49