Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 48:13-25 BasisBijbel (BB)

13. Moab vertrouwde op [ zijn god ] Kamos, maar tevergeefs. Net zoals het koninkrijk Israël tevergeefs op de god van Bet-El vertrouwde.

14. Moab, hoe kun je beweren dat je mannen helden zijn?

15. Want jij en al je steden zijn verwoest. Al je sterke mannen zijn geslacht, zegt de Koning, de Heer van de hemelse legers.

16. Het einde van Moab is nabij. Snel nadert zijn ondergang.

17. Buurlanden, treur over Moab en zeg: 'Hoe kon zó'n prachtig en machtig koninkrijk vernietigd worden?'

18. Bewoners van Dibon, kom jullie mooie huizen uit en ga in het stof op de grond zitten! Moab gaat verwoest worden. De muren en torens van Dibon ook.

19. Bewoners van Aroër, ga langs de weg staan. Vraag aan de vluchtelingen die voorbij komen wat er is gebeurd.

20. [ Ze zullen zeggen: ] 'Verschrikkelijk! Moab is veroverd. Wat een schande! Huil en schreeuw het uit! Vertel langs de hele Arnon-beek dat Moab is verwoest.'

21. Het land in de vlakte is gestraft: Holon, Jaza, Mefaät,

22. Dibon, Nebo, Bet-Diblataïm,

23. Kirjataïm, Bet-Gamul, Bet-Meon,

24. Keriot, Bozra en alle andere steden van het land Moab zijn vernietigd.

25. Moab is volkomen machteloos geworden.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 48