Oude Testament

Nieuwe Testament

Jeremia 38:22-28 BasisBijbel (BB)

22. De Heer zei tegen mij: Alle vrouwen die nog in het paleis zijn, zullen worden meegenomen naar de leiders van Babel. Deze vrouwen zullen u beschuldigen: 'Uw vrienden hebben u bedrogen. Nu u in de modder wegzakt, laten ze u in de steek!'

23. Al uw vrouwen en zonen zullen meegenomen worden naar Babylonië. U zelf ook. U zal de gevangene van de koning van Babel worden en deze stad zal in brand gestoken worden."

24. Koning Zedekia zei: "Als je ook maar tegen íemand zegt wat we hier besproken hebben, laat ik je doden.

25. Als de leiders er achter komen dat ik met je gesproken heb, zullen ze willen weten wat er gezegd is. Ze zullen naar je toe komen en je met de dood bedreigen om te weten wat we besproken hebben. Zeg dan tegen hen:

26. 'Ik heb de koning gesmeekt om mij niet opnieuw op te sluiten in het huis van Jonatan. Want daar ga ik dood.'

27. Toen de leiders mij kwamen ondervragen, gaf ik het antwoord dat de koning mij bevolen had. Toen lieten ze me met rust, want verder wist niemand ervan.

28. En ik bleef in de gevangenis op de binnenplaats van het paleis tot de dag dat Jeruzalem werd veroverd door de Babyloniërs.

Lees verder hoofdstuk Jeremia 38